Het vervolg op Schuiten-Peeters' meesterwerk 'De onzichtbare grens'. Roland is ambtenaar bij het Centrum voor Cartografie in Sodrovno-Voldakije, een plek waar je nooit meer wegraakt. Al heel snel merkt hij dat deze administratie ten dienste staat van het gezag en diens expansiepolitiek. De overheid wil Skhodrã te pakken krijgen, de jonge vrouw waar Roland verliefd op is, waardoor beiden moeten vluchten. Ze doorkruisen woestijnen, steken bergen over en waden door moerassen. Opgejaagd rest hen uiteindelijk slechts één uitweg: de grens oversteken. Dit is het tweede en tevens laatste deel van De onzichtbare grens.
Een veelbelovende politieman, inspecteur Molart, raakt zwaargewond bij een bankoverval. Volgens het ballistisch onderzoek is hij geraakt door een kogel uit het wapen van commissaris Garenni, die in vergevorderde staat van dronkenschap verkeerde. Garenni's vrouw vraagt zijn oude vriend Canardo om hulp, waarna de zaak snel escaleert. Wanneer Molart in het ziekenhuis wordt vermoord, is Canardo de belangrijkste verdachte...
Sokals hoofdpersonage, een persiflage van het detective-type à la Humphrey Bogart, drinkt veel en is een cynicus, maar dan wel één met een hart. Dat brengt hem telkens weer in de problemen ...
Archivaris Isidore Louis staat voor een zware opgave: hij moet rapporteren welke informatie er is over een merkwaardige zaak die bekendstaat onder de naam 'Duistere steden'. Gaat het om een verzinsel, een bijgeloof of een cultus? Waarom wordt er zo vaak naar verwezen in de documenten die zich in het centraal archief bevinden? De langverwachte heruitgave, met ee nieuwe cover, van een sleutelwerk in de cyclus die Schuiten en Peeters in dertig jaar rond de Duistere Steden hebben opgebouwd en die onlangs werd verrijkt met De theorie van de zandkorrel.