" Er zijn weinig komische strips die aantrekkelijker zijn omwille van de onderliggende filosofie dan door de gags zelf. Peter de Smets verbale kracht schuilt hem niet zozeer in de komische situaties. Het is veeleer het doorprikken van de ambities van het burgermannetje dat zich ondanks zijn hogere streefdoelen veilig nestelt in zijn vertrouwde omgeving die De Generaal tot een unieke en spiegelgladde strip maken. Want wat is er komischer dan de medemens te zien uitschuiven tijdens al zijn goedbedoelde pogingen ? " aldus weekblad Kuifje (nummer 7, 1987).
Behalve de veelal bekende uitschuivers van De Generaal van eind 1979 tot begin 1983 is in dit vijfde deel ook de speciale aflevering van De Generaal te vinden die Peter de Smet tekende voor het blad POEP (april/mei 1981), een blad speciaal gemaakt ter gelegenheid van het afscheid van Frits van der Heide van Uitgeverij Oberon. Vrij onbekend zijn de superkorte afleveringen van De Generaal die Peter de Smet maakte voor het blad Spreek'Buis, een tweewekelijks tijdschrift voor omroepmedewerkers. Deze afleveringen zijn verschenen in 1982, vanaf half januari tot begin juni.
Met een voorwoord van Bruno Bruins, oud-minister voor Medische Zorg en Sport
“Humor is De Smets geheime wapen, maar daarnaast ook een uiterst creatieve geest, aangezien alle afleveringen van De Generaal sinds zijn ontstaan in 1971 zijn opgezet volgens exact hetzelfde stramien. En met succes, want hij weet zijn lezers nog steeds te boeien, evenals de uitgevers van stripbladen en stripboeken, die in een rij staan te wachten om zijn werk te mogen publiceren.” (Uit Bulkboek nr 27, 1986)
“In datzelfde stramien ontstaan wel langzamerhand nieuwe figuren die soms een belangrijke rol gaan spelen in de Generaal-verhalen. Zo ook het eendje. Peter: “Het eendje is een soort van onderstreping van het ridicule.
Dat eendje zit hardnekkig op zijn pet. Iemand die rondloopt met een eend op zijn hoofd neem je per definitie niet serieus. Stel dat Lubbers komt vertellen dat de stakingen moeten worden gebroken met een eend op
zijn hoofd.” (Citaat uit een interview van Edwin Croonenberg en Jan Both met Peter de Smet in verband met hun tentamenscriptie uit 1983 over De Generaal-album 7).
128 blz.
“Een aantal regelmatig terugkerende gasten zorgt ervoor dat de Generaal van de ene zwakzinnige situatie in een andere terecht komt. De meest voorkomende en meest ongelukkige bijrol speler is agent Dreutel, die sinds jaar en dag vergeefs snakt naar de roodkoperen fluit van verdienste. Constant wordt zijn motorfiets verpletterd en moet hij zelf verkreukeld het ziekenhuis en een nieuwe kleermaker visiteren. Bij mij kan hij geen kwaad doen. Door hem spreek ik angstaanjagende motoragenten met een glimlach op mijn lippen toe, ook al ben ik net door het rode licht gereden. Een andere prachtige bijrol is weggelegd voor de Dolly Parton van de strip, de goedgevormde Truus (“hihi, malle jongen”). Verre van slim, door iedereen gemanipuleerd, seksobject, maar dankzij de Bond van Verontruste Huismoeders en elkaar in de weg lopende mannen gebeurt haar nooit iets.” – Algemeen Dagblad, 1985, Kees de Bree