Ulrog had een meester moeten worden van de orde van de Smidse. Misschien zelfs de grootste onder hen. Zijn kennis en de magische kracht van zijn runen waren legendarisch...alleszins vóór hij ervoor koos zich terug te trekken en nooit nog een wapen te smeden. Hij werd misprezen, verstoten en uiteindelijk helemaal vergeten.
Tegen de wil van zijn vader Ulrog, besluit Redwin jaren later om heer van de runen te worden, de grootste meestersmid en wapenmeester van zijn orde.
Engeland, XVIIe eeuw. Londen is verlaten en overwoekerd door klimop. Men leeft in angst want ’s nachts komen de doden tot leven en wie buitenkomt wordt achtervolgd door schepsels zonder ziel. Blackwood brengt zijn nachten door met het najagen van deze geesten. Een machtige dodenbezweerder ontvoerd het waardevolste bezit van Blackwood… zijn vrouw. Hij vertrouwt de helft van zijn ziel aan de duivel toe om haar te redden. Nu rest hem geen andere keuze dan zich in het hol van de Gehoorde God in Londen te begeven…
Jorun wordt verteerd door woede. Terwijl Ulrog, zijn oudere broer, het talent voor smederij heeft geërfd van Redwin, erfde hij enkel diens razernij...
Niet in staat zijn zoon, die steeds opstandiger wordt, te controleren, vertrouwt de voormalige heer van de runen hem toe aan een ronselaar van het IJzeren legioen, een compagnie van huurlingen die courtars verenigt op de vlucht voor het gewicht van de dwergentraditie, de schande of het gerecht...