Het voorlaatste deel van dit schitterende middeleeuwse epos over Sigwald van Crozenc en zijn zus Mahaut
Mei 1274. Sigwald en Gisella leiden nu al twee jaar een vredig leven op het platteland nabij San Gimignano. Maar de jonge ridder kan maar niet wennen aan dat nieuwe leven, en hoort in zich de roep van de wapens en het avontuur weerklinken… komt die van het kasteel van Crozenc, waar zijn zus Mahaut een onstuimige verhouding heeft met Jocelin, een jonge kolensjouwer? Of van de strijd tussen de Welfen en de Ghibellijnen, twee rivaliserende facties, die de streek rond San Gimignano teisteren?
Juli 1280. Sigwald van Crozenc is gezant in Rome voor de koninkrijken Napels en Sicilië, en dus woordvoerder van koning Karel van Anjou bij de Heilige Stoel. Wanneer hij verneemt dat zijn vriend Abraham Aboulafia, een wijze jood die de kabbala volgt, tot de brandstapel is veroordeeld door de paus, gebruikt Sigwald zijn invloed om zijn gezel te redden. Maar zijn verzoek stuit op weerstand, en erger... de Heilige Vader wordt zo woest dat hij er ziek van wordt. Door de broze gezondheid van de paus gaat zijn opportunistische neef, Matteo Rubeo Orsini, dromen van een benoeming tot paus. Tezelfdertijd komen Simon de Brie, onderzoeker voor de canonisering van de overleden Lodewijk IX, Mahaut van Crozenc, zus van Sigwald, en haar zoon Hughes aan in Rome. Ze raken allemaal betrokken bij de duistere intriges in de hogere regionen en de onderwereld van de christelijke hoofdstad.
Laatste deel van dit schitterende middeleeuwse epos over Sigwald van Crozenc en zijn zus Mahaut.
In het begin waren ze met z'n negenen. Weldra zullen ze met z'n duizenden, met kortgeknipt haar en ruige baard, over de wegen van het Oosten en het Westen trekken, gekleed in hun witte mantel en gewapend met hun zwaard en hun geloof om de heidenen te bestrijden. De Tempeliers: waarschijnlijk een van de grootste raadsels van de geschiedenis. Wie waren die monniken die tegelijkertijd baden en doodden? Wat voor een Orde was dit, met leden die zelf niets bezaten maar wiens rijkdom af en toe niet hoefde onder te doen voor die van de koningen? Jacques Martin neemt ons mee in het spoor van deze fascinerende gemeenschap, met tekeningen van Marco Venanzi en teksten van Benont Despas.
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.Ok