De naam van de roos was een wereldwijde bestseller en is nog altijd een ongekend populaire roman. Met zijn unieke combinatie van thema’s en genres wist Umberto Eco een enorm publiek aan te spreken. Het is niet voor niets dat Le Monde het boek uitriep tot een van de honderd belangrijkste boeken van de twintigste eeuw.
Ruim veertig jaar na de verschijning van De naam van de roos krijgen lezers opnieuw de kans zich te verliezen in de verhaalwereld van Umberto Eco. Niemand minder dan Milo Manara brengt de roman naar de wereld van de negende kunst. In deze graphic novel maakt Manara het werk van zijn landgenoot tot een geheel nieuwe beleving.
Herfst 1592. Michelangelo Merisi da Caravaggio, beter bekend onder zijn artiestennaam Caravaggio, arriveert in Rome met doeken en penselen onder de arm. Zijn inspiratie zoekt hij in de ziel van de eeuwige stad, die soms neigt naar grandeur, dan weer ten onder dreigt te gaan aan zedelijk verval. En uiteraard zijn er de belangrijke historische figuren met wie Michelangelo in contact komt. De schilder wordt snel bewonderd om zijn talent, maar de artistieke vrijheid die hij zichzelf soms permitteert, met name als het gaat om religieuze thema's, levert hem ook felle kritiek op. Voor De dood van Maria gebruikte hij bijvoorbeeld een hoertje als model en daar kan de kardinaal niet om lachen. Ook Caravaggio's driftbuien en zijn zwak voor vechtpartijen komen zijn reputatie niet ten goede. In dit tweeluik van Milo Manara staan Caravaggio en het Italië uit het Cinquecento centraal. Het is een hulde aan Manara's fascinatie voor artistieke creativiteit en de schoonheid van de vrouw. En eens te meer bevestigt Manara dat hij een grootmeester is van het historische stripverhaal. Het leven van een artistieke heethoofd door de ogen van maestro Manara.