Eind negentiende eeuw heeft vader Boitelle zich neergelegd bij een leven tussen het afval en rijdt hij met zijn kar naar al het vuile werk dat men aan hem toevertrouwt. Tijdens een bezoek aan het huis van meester Auballe blijft hij staan voor een beeldje van een " negerin " dat in hem herinneringen oproept. Op aandringen van zijn gastheer vertelt hij over zijn jeugd als soldaat in Le Havre waar hij droomde bij de exotische vogels en de schepen die naar verre landen afscheepten. Hij heeft het vooral ook over zijn verliefdheid op de mooie Norène, een jonge, Afrikaanse serveerster in het Café des Colonies. Hoewel de jonge soldaat van dan af aan een immense passie beleeft, stuit hij ook op het platvloerse racisme en op de weerstand van zijn ouders die haar voor een huwelijk naar hun zin " te zwart " vinden ...
1958. De Cevennen vallen ten prooi aan gigantische overstromingen. Plattelandsdokter Jean gaat zijn vader helpen die nog in de heuvels woont, maar het is al vijfentwintig jaar geleden dat hij plotseling vertrok, zonder iets te laten weten, om dienst te nemen in het koloniale leger.
Naarmate het water stijgt, wordt de heuvel een eiland waar vader en zoon verplicht zijn met elkaar te praten en terug te blikken op een gecompliceerde familiegeschiedenis. Tegenover de kille zekerheden van Jean toont zijn vader zich vastberaden menselijk. Jeans zekerheden dreigen met de overstroming weggespoeld te worden !
We gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van de website, gaan we er vanuit dat ermee instemt.Ok