Tweede eeuw voor Christus. Sparta is nog maar een schaduw van zichzelf. Enkele krijgers willen koste wat kost haar glorie in ere herstellen en op bevel van de charismatische Agesilaüs de regerende macht bedreigen. Koning Nabis doet een beroep op Diodoros, de beste premiejager van de stad. Zijn opdracht: het hoofd van Agesilaüs die sommigen al als een halfgod beschouwen.
Maar zelfs in Sparta mag niemand zich onoverwinnelijk wanen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog probeerden duizenden kinderen naar het front te gaan. Nadat hij heeft gelogen over zijn leeftijd gaat de 15-jarige Breton Jean-Corentin Carré in dienst en groeide in die tijd uit tot het beroemdste symbool van dapperheid en patriottisme.
“De dood loert overal om ons heen, het is ons dagelijks leven. Binnen enkele dagen gaan we richting Verdun, oftewel het slachthuis! Moeder, ik ga u zeggen wat er met mijn lichaam moet gebeuren als mij iets ergs overkomt, als ik mocht sterven. Het kan ons allemaal overkomen.”
Jean-Corentin Carré, 1916
Gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Een met bommen overladen jeugd van Kathleen, de heldin van Glimlach 58 en Leopoldstad 60. Een oorlogsverhaal dat het leven in Brussel presenteert tijdens de Tweede Wereldoorlog.
In de gebombardeerde stad volgen de anti-Joodse razzia’s elkaar op, de verzetspers organiseert zich...
Brussel, 1960. Terug uit Leopoldstad helpt Kathleen haar moeder om de zolder op te ruimen. Ze ontdekt een omslag met daarin originele platen van een stripverhaal, bedoeld voor de clandestiene pers. Het verhaal spot met Hitler en klaagt de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog aan.
Kathleen duikt terug in haar eigen verleden, in 1943 is ze 12 jaar. Het jonge meisje begrijpt niet veel van de oorlog. Haar vader, Fernand, houdt een krantenkiosk open op het De Brouckèreplein. Op een zondag in juni laat tekenaar Bob, een vriend van Fernand, hem zijn strips zien. Het gaat om verhalen die spotten met Hitler en die Bob probeert te publiceren in een krant van het verzet. Bob weet dat hij in de gaten gehouden wordt door Alfred, een rexistische collaborateur. De sfeer wordt meer en meer onhoudbaar in Brussel. De anti-Joodse razzia’s volgen elkaar op. De bombardementen eveneens.
De bommen maken geen onderscheid meer tussen goede burgers en collaborateurs. Kathleen, Suzanne (de dochter van Bob) en een van hun vriendinnen, Yvonne, uit een rexistisch nest, komen te midden zo’n bombardement terecht. De spanningen lopen op en doen de vriendschap wankelen...
2189, Milaan. De Glory is het vlaggenschip van de menselijke ruimtevloot. Alles wordt in gereedheid gebracht voor een interstellaire vakantievlucht. Voor kapitein Sonntag is het routine: tijdens de vlucht kan hij 27 daagjes wegdromen in een stasekamer ... Maar als hij wakker wordt, is niets nog wat het lijkt: de Glory raakte op drift en is te pletter geslagen op een heel andere bestemming! Sonntag zit nu samen met de andere overlevenden vast op de planeet Kayenn. Ze proberen het te rooien in een geïmproviseerde stad rond het wrak van hun ruimteschip. Waarom zijn ze op deze vervloekte plek gestrand? En zullen ze er ooit wegraken?
Of hij er nu klaar voor is of niet, voor de mens breekt een nieuwe tijd aan. Eindelijk kan Koïos de meester worden van Kayenn, de planeet die hij uitkoos nadat hij de aarde verliet aan boord van het ruimteschip Glory. Het project Ares loopt. Weldra zal hij het woud, vergiftigd door het vloeibare geheugen, helemaal onder controle hebben en wordt Kayenn zijn nieuwe lichaam. De stad rond het wrak van het tuig kan eindelijk verdwijnen. Koïos staat op het punt de mensheid een nieuw tijdperk binnen te loodsen. Sonntag, zijn dubbelganger, was ‘aangetast’ door zijn menselijke karakter en werd opgeofferd voor het grote project. Niemand kan hem nog tegenhouden om zijn lot te vervullen. Tenzij…?
Beoordelingen
Er zijn nog geen beoordelingen.