Isabelle ontsnapt dankzij illustrator Honoré Fia aan het gif van dokter Chou, dat zijn medemens in een hersenloos rund verandert, maar ze is nog niet uit de problemen, want een ander gevaar ligt op de loer: explosieve klonen, die er net zo uitzien als Isabelle en zichzelf opblazen naast regeringsfunctionarissen, proberen haar erin te luizen!
Het Helse Labyrint, deel 9 van Isabelle Avondrood, dateert alweer van 2007. Daarna tekende Jacques Tardi de biografische stripreeks Ik, René Tardi, Krijgsgevangene in Stalag IIB en enkele andere albums. Ondertussen liet hij Isabelle over aan de fictieve pandemie in deel 9 om zich in volle, reële pandemietijd toe te leggen op het tekenen van een nieuwe Isabelle Avondrood.
Het tiende is meteen ook het laatste album met de fantasierijke avonturen. Op de laatste pagina wijst Tardi kordaat elke mogelijke doorstart, overname of comeback van de hand. In een interview liet hij wel de optie open om eventueel over een nevenpersonage andere verhalen te vertellen, maar dat staat nog lang niet vast.
In 2019 gaf Casterman nog de negen bestaande albums uit in drie integrales. In 2010 verfilmde Luc Besson haar avonturen uit de albums Isabelle en het Monster en De Waanzinnige Geleerde met Louise Bourgoin in de hoofdrol.
Parijs november 1911. Om iets voor middernacht breekt in de plantentuin van het Natuurhistorisch Museum, een 136 miljoen jaar oude pterodactylus uit zijn ei. Het prehistorische monster vliegt de nacht in en zaait de komende weken paniek in de lichtstad. Op die manier begint het eerste album van Isabelle Avondrood, een cynische en onweerstaanbaar nieuwsgierige romanschrijfster die keer op keer in de meest fantastische avonturen verzeilt. Van monsters en demonen over waanzinnige geleerden tot maanzieke mummies: haar universum wordt bevolkt door de meest buitengewone creaturen. Deze tweede integrale bundelt Maanzieke mummies (1978), Het geheim van de salamander (1981) en De tweekoppige drenkeling (1985).
Een bundeling van drie korte verhalen en de stripnovelle De kakkerlakkenkiller (1984), die zich allemaal afspelen in de stad die nooit slaapt: New York. Dat decor is niet de enige overeenkomst: stuk voor stuk getuigen de verhalen van een inktzwarte visie op de mens, zoals alleen Tardi op papier kan zetten. Een bewijs dat de tekenaar zich in New York even goed thuisvoelt als in de natgeregende straten van Parijs, en dat het menselijke tekort zich niets van grenzen aantrekt.