Producent Albright en regisseur Manfredi zijn in de zevende hemel: hun televisieprogramma "Penthouse Story" heeft alle kijkcijferrecords gebroken. Het succes van deze "reality show" is zelfs zo enorm geweest dat ze van plan zijn om het experiment te herhalen... Voor de presentatie van de nieuwe "Penthouse Story" heeft het productieteam Lulli-Lulla ingehuurd, de welgeschapen winnares van de vorige editie, die een razend populaire televisiester is geworden. Maar wanneer de uitzending op het punt staat om te beginnen, is de mooie presentatrice onvindbaar. De omstandigheden van haar verdwijning zijn zo merkwaardig en verontrustend dat de directie van de televisiezender Rik Ringers vraagt een onderzoek in te stellen om haar terug te vinden. Met de hulp van zijn vriendin Nadine zal de journalist annex detective van "De Wachter" zijn best doen om de televisiester van wie taal noch teken is vernomen, terug te vinden... De naspeuringen van Rik en Nadine brengen een reeks van moorden aan het licht. De eerste van deze misdaden is gepleegd in de afgesloten ruimte van het penthouse waar de deelnemers aan het programma bij elkaar waren. Het lijkt er veel op dat er een serial-killer actief is onder degenen die bij het programma betrokken zijn. In de televisiestudio heerst paniek, want alles wijst erop dat de moordenaar opnieuw zal toeslaan. Wie is die geheimzinnige killer die zijn misdaden ondertekend met de even raadselachtige als angstaanjagende woorden: "De vloek van Penthouse Story"? Bovendien, wat zijn z'n ware motieven?
Heeft Rik Ringers zijn verstand verloren? Rondstruinend in de Brusselse Marollenwijk raakt hij betrokken bij een “flash mob”, een menigte die bliksemsnel via internet is georganiseerd. Het is deze keer de bedoeling het paleis van justitie binnen te dringen, zwaaiend met een kwast vol rode verf! Riks belangstelling is gewekt doordat “De vrienden van Pietje Snot”, een geheim genootschap dat zich ten doel stelt een juwelendiefstal uit 1893 op te lossen, daarin een manier ziet om zijn al meer dan honderd jaar oude onderzoek vooruit te helpen. De gebeurtenissen nemen een vreemde wending als onze favoriete detective een man in een grote rode plas ziet liggen. Een slecht voorteken...
Tibet had drie idolen: Gary Cooper, Laurel en Hardy. Uit deze ongewone combinatie vloeiden via zijn potlood cowboy Chick Bill, de sluwe en ondeugende indiaan Kleine Poedel, de opvliegende sheriff van Wood City Dog Bull en zijn adjudant Kid Ordinn wiens "Kidordinneries" zo bekend raakten dat het woord in het woordenboek verdient opgenomen te worden. Sinds 1953 vertelde Tibet, die sneller tekende dan zijn schaduw, hun avonturen in zeventig albums. De in Marseille geboren Brusselaar gaf hierin zijn persoonlijke visie op de Far West.
Bevat de volgende verhalen: De miljoenen van Kid Ordinn, De deserteurs, De 6de desperado, Paniek in de K.O. Corral en De vier woestijnratten plus een dossier van 14 pagina's. 240 blz.