Nero zit deze keer flink in de moeilijkheden. Zijn zoon Adhemar wordt ontvoerd en zijn vrouw gaat ervandoor. En alsof dat nog geen drama genoeg is, komt er een nieuw bewind aan de macht, bestaande uit een sinister gezelschap dat niet van onze wereld komt. De aartsengelen die de orde komen handhaven herleiden het dagelijkse leven tot een nooit geziene chaos. Hoe zal Nero zijn zoon, zijn vrouw en zijn vrienden uit deze nachtmerrie kunnen redden? Het lijkt wel een onmogelijke opdracht.
Dirk Stallaert werkte tien lang nauw samen met Marc Sleen en nam het tekenwerk van de 42 laatste albums in de Nero-reeks op zich. Scenarist Kim Duchateau verdiende reeds met De zeven vloeken zijn Nero-sporen. Deze twee meesterlijke stripauteurs slaan de handen in elkaar en brengen ons deze unieke hommage aan de stripheld Nero en zijn geestelijke vader Marc Sleen.
Wanneer in 1993 het Nero-album Barbarijse vijgen verschijnt, stelt geestelijke vader Marc Sleen zijn nieuwe medewerker Dirk Stallaert voor. Tien jaar lang zal Stallaert Nero in beeld brengen en naar nieuwe creatieve toppen sturen. Sleen legt zich toe op het uitwerken van de scenario’s en laat zijn fantasie daarbij de vrije loop. Met een reeks meesterlijke albums als resultaat. Tot aan het einde van de reeks in 2002 zal Stallaert tweeënveertig verhalen tekenen, die in Nero: de Stallaert jaren in tien verzorgde volumes worden gebundeld. De strips worden gepubliceerd in hun oorspronkelijke vorm, bestemd voor de feuilletonpublicatie in de krant De Standaard. Het achtergronddossier is van de hand van Nero-exegeten Yves Kerremans en Noël Slangen. Deze integrale bevat vier verhalen: Het Bio-Bao-Virus (157), Kroonprins Petoetje (158), De Bonobo’s (159) en Wolken van Vreugde (160).
Nero wordt vader van een zoon, Adhemar. Vrij vlug blijkt het om een geniaal kind te gaan dat na een paar dagen al op wereldreis vertrekt. Nauwelijks een week oud doet Adhemar zijn eerste uitvinding: een revolutionaire, telegeleide boorspits waarmee hij op zoek gaat naar petroleum.
Het rattenkasteel liep in het najaar van 1948 als feuilleton in de krant De Nieuwe Gids, toen nog onder de titel De avonturen van detectief Van Zwam. Nadat het in 1953 ook als album was uitgebracht, groeide het uit tot een van de populairste verhalen uit de reeks. Marc Sleen vond Het rattenkasteel zelfs de beste Nero-strip. Het is in ieder geval een van de donkerste, want Nero en detective Van Zwam moeten het opnemen tegen gigantische ratten en tegen de sadistische gek Ratsjenko.
Hardcover met stofomslag, 96 blz.