Urbanus gaat deze keer te ver. Meneer pastoor is zijn fratsen beu en belt naar God de Vader zelf. Die geeft Urbanus én zijn familie nog één kans. Als ze hun leven niet beteren zullen de gevolgen verschrikkelijk zijn. De familie Urbanus gaat meteen op zoek naar werk, maar Urbanus begaat uiteindelijk toch een fout. God neemt wraak op heel Tollembeek. En zijn wraak is vreselijk.
Urbanus wordt het slachtoffer van zijn eigen nieuwsgierigheid: wanneer hij per ongeluk een experimenteel goedje van Amedee opdrinkt, zet hij een onomkeerbaar verjongingsproces in gang. Hij zal elke dag een jaar jonger worden, tot hij uiteindelijk verdwijnt in het niets. Hoe gaat hij de laatste 12 dagen van zijn leven opvullen?