2062, op de maan is een gevangenis gebouwd waaruit nooit iemand terugkeert. Een paar gedetineerden hebben binnen de gevangenismuren een prehistorische grot ontdekt. In die grot bevindt zich een eeuwenoud geheim, en de steenrijke François Laroche Galouseau heeft een expeditie opgezet om zich dat geheim toe te eigenen. Maar alleen de ergste misdadigers worden tot een eeuwig verblijf in die maangevangenis veroordeeld, dus de flamboyante miljardair begaat een gruwelijke misdaad. Om zijn doel op de maan te bereiken, zorgt hij ervoor dat zes aangewezen vrijwilligers met hem mee moeten.
Hij is de erfgenaam van een eeuwenoude traditie. Hij weet dat anderen, lang voor hem, ook over de gave beschikten... Maar hij is de laatste, de enige... dacht hij. Hij dacht de gezant van God te zijn. Dat was zijn eerste vergissing...
De Beul’. Zijn naam deed heel Parijs beven en
weerklonk door heel het land… Maar sinds de Nar is
opgedaagd, stortte zijn wereld in.
Tot zijn grote afschuw ontdekt hij dat ook anderen
over de Gave beschikken. Een groep opgeleid
om hem en de Nar te doden. Tijd voor een
Monsterverbond tussen beiden.
Maar het Carnavalsfeest komt eraan. De enige dag
in het jaar waarop de Beul machteloos staat…
Derde, afsluitende deel.