In het begin waren ze met z'n negenen. Weldra zullen ze met z'n duizenden, met kortgeknipt haar en ruige baard, over de wegen van het Oosten en het Westen trekken, gekleed in hun witte mantel en gewapend met hun zwaard en hun geloof om de heidenen te bestrijden. De Tempeliers: waarschijnlijk een van de grootste raadsels van de geschiedenis. Wie waren die monniken die tegelijkertijd baden en doodden? Wat voor een Orde was dit, met leden die zelf niets bezaten maar wiens rijkdom af en toe niet hoefde onder te doen voor die van de koningen? Jacques Martin neemt ons mee in het spoor van deze fascinerende gemeenschap, met tekeningen van Marco Venanzi en teksten van Benont Despas.
Het voorlaatste deel van dit schitterende middeleeuwse epos over Sigwald van Crozenc en zijn zus Mahaut
Mei 1274. Sigwald en Gisella leiden nu al twee jaar een vredig leven op het platteland nabij San Gimignano. Maar de jonge ridder kan maar niet wennen aan dat nieuwe leven, en hoort in zich de roep van de wapens en het avontuur weerklinken… komt die van het kasteel van Crozenc, waar zijn zus Mahaut een onstuimige verhouding heeft met Jocelin, een jonge kolensjouwer? Of van de strijd tussen de Welfen en de Ghibellijnen, twee rivaliserende facties, die de streek rond San Gimignano teisteren?