New York, 1946. Josh Harrison, voormalig lid van de 101st Airborne Division en gedecoreerd met het prestigieuze Purple Heart, werkt als detective voor een advocatenkantoor. Hij voert vooral opdrachten uit voor James Rodger, oud-commandant van zijn compagnie. Josh moet uitvissen wie de immobiliënmagnaat Ronald Husler chanteert. Husler, een verleidelijke veertiger en selfmade man, is het slachtoffer van chantage die samenhangt met het verleden van zijn echtgenote.
Berlijn, 1947. Een man probeert te ontkomen naar de Engelse sector, maar wordt door Russische soldaten neergeschoten. In het koffertje dat hij bij zich heeft, zitten de gegevens van westerlingen die in Russische gevangenkampen zijn opgesloten. Ook de fiche van Assunta Lorca, Spaanse, republikeinse en de vriendin van Thomas, zit in die koffer. Thomas schakelt zijn vriendin Lucie in en legt contacten met de Franse communisten en de intellectuelen uit het Café de Flore, want hij zal niet rusten voor Assunta weer in België is.
Maar de tijd dringt. De oorlog mag dan wel voorbij zijn, de Koude Oorlog is net begonnen. Thomas zet een zwart handeltje op om zijn plannen te financieren en probeert intussen uit te zoeken in welk kamp zijn vriendin zit. Zodra hij over die informatie beschikt, wil hij haar vrijkopen. Maar thuis is Thomas steeds minder te genieten. Door zijn zoektocht naar Assunta en de zorg voor zijn dochter, die hij uit Afrika heeft gehaald, is hij aan handen en voeten gebonden.
Hawaï, 1952. De erfgenaam van een rijke New Yorkse familie vliegt dwars door het raam van een luxehotel en maakt een dodelijke val. In zijn kamer, van binnenuit gesloten, wordt het lichaam van een vermoorde vrouw aangetroffen. Voor de politie is het duidelijk: moord gevolgd door zelfmoord. Maar dat is ondenkbaar voor de ouders van de jongeman. Ze eisen een nieuw onderzoek. Een paar dagen later ontscheept detective Joshua Flannagan in Hawaï.